De 3 belangrijkste eigenschappen van de voet bij wandelen en hardlopen
Onze voeten vormen de basis van ons lichaam, het fundament. Wanneer het fundament niet goed functioneert, wankelt het bouwwerk dat steunt op het fundament. Dat geldt ook voor ons lijf. Wanneer onze voeten niet hun normale functie vervullen, leidt dit tot problemen tot ver in het lichaam. Om klachten van onze voeten of een ander lichaamsdeel tijdens het wandelen en hardlopen te begrijpen en te kunnen oplossen, is het belangrijk dat we snappen wat de normale functie van onze voeten is.
In dit artikel over de functie van de voet bij wandelen en hardlopen, geef ik je uitleg over de functionele eigenschappen van onze voeten.
In dit artikel over de functie van de voet bij wandelen en hardlopen, geef ik je uitleg over de functionele eigenschappen van onze voeten.
Goed kunnen wandelen of hardlopen vereist een normale functie van onze voeten. Deze normale functie is onder te verdelen in 3 essentiële eigenschappen:1
Bron afbeelding: 2
De enkel rocker
De enkel rocker vindt plaats vanaf het moment dat onze voet plat op de grond komt tijdens het lopen, en eindigt op het moment dat onze hiel los van de grond komt. In deze fase beweegt het onderbeen voorwaarts ten opzichte van de vaststaande voet. Deze beweging vindt plaats in het bovenste spronggewricht (het enkelgewricht) en wordt een dorsaalflexie genoemd. Om te kunnen wandelen en hardlopen, hebben we zo’n 30º beweeglijkheid nodig in dit gewricht.3
De voorvoet rocker
Vanaf het moment dat de hiel loskomt van de grond, start de voorvoet rocker. Hierbij beweegt de voet in voorwaartse richting ten opzichte van de vaststaande grote teen. Ook deze beweging wordt een dorsaalflexie genoemd, en vindt plaats in het grote teengewricht.
Tijdens wandelen hebben we ongeveer 50-60º beweeglijkheid in dit gewricht nodig.1 Voor hardlopen volstaat 30º.3
Deze verplaatsing gebeurt door een aantal opeenvolgende bewegingen van ons (onder)been, ons onderste spronggewricht, en in de gewrichten van onze voet.
Net na de landing staan we voornamelijk op de buitenrand van de voet. Vervolgens draait ons onderbeen binnenwaarts (endorotatie). Deze beweging is gekoppeld aan het naar binnen kantelen van de enkel (onderste spronggewricht naar eversie) en voet (pronatie). Hierdoor verplaatst ons gewicht zich van de buitenste voetrand naar binnen, richting de grote teen. Hierna kan de voorvoet rocker plaatsvinden.
Om de druk onder onze voet te verplaatsen, is dus ook beweeglijkheid nodig van de genoemde gewrichten. Het gecontroleerd kunnen verplaatsen van de druk onder onze voet tijdens het staan is hetzelfde als wat we balans noemen. Voor het staan op één been zijn soepele gewrichten dus ook een vereiste.
- Het toelaten van een voorwaartse verplaatsing van ons lichaam
- Vervorming van onze voet en een goede balans in de standfase
- Contact voelen met de grond.
Het toelaten van een voorwaartse verplaatsing van ons lichaam
Om ons lichaam voorwaarts te kunnen verplaatsen, hebben we lenigheid van onze enkel en grote teen nodig, zoals onderstaand plaatje laat zien. We noemen dit ook wel respectievelijk de enkel rocker en voorvoet rocker.2 De eerste rocker, de hiel rocker genaamd, laten we voor nu even buiten beschouwing in dit verhaal.Bron afbeelding: 2
De enkel rocker
De enkel rocker vindt plaats vanaf het moment dat onze voet plat op de grond komt tijdens het lopen, en eindigt op het moment dat onze hiel los van de grond komt. In deze fase beweegt het onderbeen voorwaarts ten opzichte van de vaststaande voet. Deze beweging vindt plaats in het bovenste spronggewricht (het enkelgewricht) en wordt een dorsaalflexie genoemd. Om te kunnen wandelen en hardlopen, hebben we zo’n 30º beweeglijkheid nodig in dit gewricht.3
De voorvoet rocker
Vanaf het moment dat de hiel loskomt van de grond, start de voorvoet rocker. Hierbij beweegt de voet in voorwaartse richting ten opzichte van de vaststaande grote teen. Ook deze beweging wordt een dorsaalflexie genoemd, en vindt plaats in het grote teengewricht.
Tijdens wandelen hebben we ongeveer 50-60º beweeglijkheid in dit gewricht nodig.1 Voor hardlopen volstaat 30º.3
Vervorming van onze voet en een goede balans in de standfase
In de fase tijdens het wandelen (en hardlopen) waarin onze voet vlak op de grond staat, moet ons lichaam zo gestuurd worden dat we kunnen afwikkelen over de grote teen. Daarvoor moet ons lichaamszwaartepunt (ons gewicht) verplaatsen van de buitenzijde naar de binnenzijde van onze voet.Deze verplaatsing gebeurt door een aantal opeenvolgende bewegingen van ons (onder)been, ons onderste spronggewricht, en in de gewrichten van onze voet.
Net na de landing staan we voornamelijk op de buitenrand van de voet. Vervolgens draait ons onderbeen binnenwaarts (endorotatie). Deze beweging is gekoppeld aan het naar binnen kantelen van de enkel (onderste spronggewricht naar eversie) en voet (pronatie). Hierdoor verplaatst ons gewicht zich van de buitenste voetrand naar binnen, richting de grote teen. Hierna kan de voorvoet rocker plaatsvinden.
Om de druk onder onze voet te verplaatsen, is dus ook beweeglijkheid nodig van de genoemde gewrichten. Het gecontroleerd kunnen verplaatsen van de druk onder onze voet tijdens het staan is hetzelfde als wat we balans noemen. Voor het staan op één been zijn soepele gewrichten dus ook een vereiste.
Contact voelen met de grond
Vanuit onze voetgewrichten en de huid onder onze voeten krijgen we informatie over onze balans, en de uitvoering van ons looppatroon. De mate waarin we die informatie binnenkrijgen in ons zenuwstelsel, bepaalt hoe we bewegen. Dus: wanneer we minder informatie binnenkrijgen, zal dit leiden tot het anders aansturen van onze spieren, waardoor de kwaliteit van ons looppatroon afneemt.Het is dus van belang dat we onze gewrichten de vrijheid geven om te bewegen, en dat onze voetzolen goed contact maken met de grond. De eigenschappen van schoenen spelen hierin een zeer belangrijke rol! Immers:
- Hoe stugger de schoenzool, hoe minder het hielbeen kan bewegen.4
- Hoe dikker de schoenzool, hoe minder contact we maken met de grond. We voelen daardoor oneffenheden op de grond later, reageren dus later met onze spieren, en de kans op zwikken wordt groter.
- Hoe meer ondersteuning van de voetboog (door bijvoorbeeld steunzolen), hoe minder noodzakelijke pronatie er kan plaatsvinden.
- Hoe krapper de voorvoet van de schoen is, hoe beperkter de tenen kunnen bewegen.
Samengevat
Voor een goed looppatroon tijdens wandelen en hardlopen hebben we het volgende nodig:- Soepele gewrichten in o.a. de enkel en voet
- Goede informatievoorziening van ons zenuwstelsel, waardoor onze spieren adequaat kunnen aanspannen.
- Zo min mogelijk belemmerende invloed vanuit onze schoenen.
Literatuur
- Dicharry, J. Running rewired. Boulder (CO), USA: Velopress; 2017
- Riezebos, C. Rockers: beperking en compensatie. Podosophia. 2016;24:27–30
- Novacheck TF. The biomechanics of running. Gait Posture. 1998 Jan 1;7(1):77-95
- Morio C, Lake MJ, Gueguen N, Rao G, Baly L. The influence of footwear on foot motion during walking and running. J Biomech. 2009 Sep 18;42(13):2081-8
Recent
Voetnoot 11
Wij van De Gangmakerij hechten veel waarde aan betrouwbare samenwerkingspartners. Een van die partners is de winkel Barefoot and More, gespecialiseerd in barefoot- en minimalistische schoenen. In dit gastblog laten wij je kennismaken met de grondleggers van deze mooie zaak in Arnhem.
Voetnoot 10
Voeding krijgt steeds meer aandacht als het gaat om de invloed op onze gezondheid. Dat is niet zo vreemd, aangezien zowel de kwaliteit van voeding is veranderd, alsook dat steeds meer wetenschappelijk onderzoek aantoont wat de invloed is van voeding op onze gezondheid én dat voeding niet voor iedereen hetzelfde zal zijn. In dit blog legt Olaf van der Zanden nieuwe inzichten uit in het licht van het herstel van voetklachten.
Metatarsalgie betekent letterlijk ''pijn in de voorvoet''. De term wordt daardoor vaak gebruikt voor alle vormen van voorvoetpijn, en is daardoor een soort containerbegrip. Er wordt vooral gesproken van metatarsalgie wanneer de pijn zich onder de kopjes van het 2e, 3e en/of 4e middenvoetsbeentje bevindt. In dit artikel zet ik uiteen wat er vanuit de wetenschappelijke literatuur bekend is voor metatarsalgie, en hoe ik mensen met voorvoetpijn onderzoek en behandel.
De fascia plantaris (de peesplaat onder de voet) en de grote teen zijn anatomisch en functioneel met elkaar verbonden. Fasciitis plantaris of ''hielspoor'' (of liever fasciopathie plantaris) en hallux valgus (een scheve grote teen) zijn vaak voorkomende voetklachten. Uit een recente studie blijken deze twee aandoeningen ook nog eens sterk met elkaar te maken te hebben.
Bij 33% van de enkelblessures die zich melden bij de spoedeisende hulp, blijkt het te gaan om een breuk. Om onnodige blootstelling aan röntgenstraling te vermijden, bestaat er een accurate manier om zelf te beoordelen of er wel of geen breuk aanwezig is na een val of verzwikking. In dit artikel lees je hoe je zelf een breuk kunt uitsluiten.
Voetnoot 9
Als hardloper wil je naast genieten natuurlijk ook zo lang mogelijk blessurevrij lopen. Hoewel er al heel veel wetenschappelijk onderzoek is gedaan naar allerlei factoren, blijken er maar twee oorzaken echt ertoe te doen: het te snel opvoeren van de loopafstand, en een eerdere blessure hebben gehad. Een 5D hardloopanalyse kan bij beide factoren een belangrijke meerwaarde leveren om zo lang mogelijk blessurevrij te lopen. Welke pluspunten dat zijn, lees je in dit artikel.